Een atheïst leidt tot twijfel?

Gepubliceerd op 28 november 2025 om 18:00

Als uit het aanmeldingsdossier van een kandidaat-vrijmetselaar duidelijk wordt dat deze ‘geen blijk geeft van een spiritueel of geestelijk leven’ of hij 'lijkt atheïst te zijn’, dan veroorzaakt dit bij de Grootonderzoeker van de Orde van Vrijmetselaren grote twijfel.

Is twijfel het geval, dan betekent dit in de praktijk dat de Grootonderzoeker de betrokken loge verzoekt om een nadere toelichting te geven. Ook wordt er bij twijfel altijd een 4-ogenprincipe toegepast - wat dat ook moge zijn - voordat tot een eventuele afwijzing van de kandidaat-vrijmetselaar besloten wordt. Dus… Wie niet spiritueel is, wie niet geestelijk leeft of wie atheïst is, loopt grote kans geen vrijmetselaar te kunnen worden en zijn. 

Geenszins onbelangrijk in deze kwestie is wat ene Anderson in 1723 schrijft in een historisch document wat wereldwijd in vrijmetselaarskringen gekend is als 'Anderson's Constitutions', in Nederland de ‘Oude Plichten’ genoemd. En waarop de Orde van Vrijmetselaren zich beroept. Betreffende 'God en Godsdienst' schrijft Anderson:

'Een Maçon  is door zijn beroep verplicht de zedewet te gehoorzamen; en wanneer hij de kunst recht verstaat, zal hij nooit een stompzinnige Godloochenaar, noch een ongodsdienstig Libertijn zijn. Hoewel nu de Metselaren in oude tijden verplicht waren, in ieder land van den godsdienst van dat land of dat volk te zijn, welke die ook mocht zijn; zoo wordt het nu toch doelmatiger geacht, hen alleen tot dien godsdienst te verplichten, waarin alle menschen overeenstemmen, hunne meeningen aan henzelven over latende; dat is: te zijn goede en trouwe mannen, of mannen van eer en rechtschapenheid, door welke benamingen of overtuigingen ze overigens gescheiden mogen zijn; waardoor de Metselarij het Middelpunt der Vereeniging wordt en de bron van trouwe vriendschap tussen menschen, die anders in voortdurende verwijdering van elkaar zouden leven.'

De term 'stompzinnige Godloochenaar' is later vertaald naar atheïst. En daarop baseren veel vrijmetselaren de mening dat een vrijmetselaar geen atheïst mag en kan zijn.

Vandaag de dag is een atheïst iemand die niet gelooft in het bestaan van een of meer goden of enige vorm van goddelijke wezens. Dit kan variëren van iemand die actief het bestaan van goden ontkent, veelal een sterk-atheïst genoemd, tot iemand die gewoon geen geloof heeft in goden zonder dit met zekerheid uit te sluiten, soms een zwak-atheïst genoemd.

Maar hoe laat wat te lezen valt in 'Anderson's Constitutions' zich rijmen met wat in het allereerste artikel staat van de Ordegrondwet van de Orde van Vrijmetselaren in Nederland? Daarin staat namelijk:

'Een vrijmetselaar is een vrij man van goede naam, die is ingewijd in een tot de Orde behorende loge, dan wel in een loge die werkt onder een door de Orde erkende Grootloge. Hij werkt, samen met andere vrijmetselaren, met behulp van symbolen en rituelen aan zijn persoonlijke vorming. Deze symbolen en rituelen zijn door de traditie gegeven; zij worden door de vrijmetselaar naar eigen inzicht geïnterpreteerd. De gezamenlijke arbeid stimuleert hem ook naar vermogen bij te dragen aan een betere samenleving. De vrijmetselaar zoekt op wat mensen verbindt en tracht weg te nemen wat hen verdeelt, opdat het ideaal van een allen verbindende broederschap gestalte kan krijgen. Daarbij aanvaardt hij een persoonlijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de wereld, die hij ziet als een te voltooien bouwwerk waarvan ieder mens een levende bouwsteen is. Hij verricht die arbeid in het licht van een hoog beginsel, symbolisch aangeduid als 'Opperbouwmeester des Heelals'. De vrijmetselaar erkent de hoge waarde van de menselijke persoonlijkheid, de gelijkwaardigheid van alle mensen, ieders recht om zelfstandig te zoeken naar waarheid en ieders verantwoordelijkheid voor zijn doen en laten.'

Naar mijn menig stelt dit 1e artikel van de Ordegrondwet van de Orde van Vrijmetselaren nergens dat een vrijmetselaar geen atheïst mag en kan zijn. Wél staat er dat een vrijmetselaar zijn arbeid verricht in het licht van een hoog beginsel, symbolisch aangeduid als 'Opperbouwmeester des Heelals'. En als het om symbolen gaat laat het wetsartikel iets eerder lezen, dat die 'door de vrijmetselaar naar eigen inzicht geïnterpreteerd' worden.

Voor wie het niet - meer! - weet, een hoog beginsel is een fundamentele, belangrijke overtuiging of waarde die iemand als leidraad neemt voor zijn denken, doen en laten. Een hoog beginsel is vaak iets waar iemand sterk in gelooft en wat hij - of zij - als moreel, ethisch of idealistisch beschouwt. Een hoog beginsel kan iemands geloof in God zijn. Maar voor iemand die niet in God gelooft - dus voor een 'stompzinnige Godloochenaar', een atheïst - kan het ook het geloof zijn in hoge beginselen als eerlijkheid, rechtvaardigheid, vrijheid, gelijkheid of integriteit. In feite is hij, omdat hij - basaal gezien - zijn eigen geweten gelooft en vertrouwt, daardoor zélf zijn Opperbouwmeester des Heelals.

Wat bedoel ik nu? Dé toelatingseis voor een kandidaat-vrijmetselaar is dat hij ‘een vrij man van goede naam’ moet zijn. Daarover geen twijfel en aan iedere autonome vrijmetselaarsloge van de Orde van Vrijmetselaren zelf om te onderzoeken. Waarom moet de Orde van Vrijmetselaren daarna dan nog twijfelen als een kandidaat-vrijmetselaar ‘geen blijk geeft van een spiritueel of geestelijk leven’ of ‘lijkt atheïst te zijn’? 

Trouwens, weet u wat de Orde van Vrijmetselaren op haar eigen website vrijmetselarij.nl schrijft? Ga eens naar 'Meer weten?', vervolgens naar 'Veelgestelde vragen' en klik dan de volgende vraag aan: Kan iedereen lid worden van de Orde van Vrijmetselaren? Het antwoord van de Orde op die vraag:

'Het lidmaatschap staat open voor iedere vrije man van goede naam. Dat laatste wil zeggen dat zijn reputatie geen aanleiding zal geven tot discussie. Er is geen enkele beperking op grond van geloof, ras, afkomst, maatschappelijke positie of nationaliteit. Wel dient men de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt.'

Of iemand wél of níet gelooft in een God, is voor mij niet bepalend of iemand wel of niet vrijmetselaar kan worden en zijn. Een kandidaat-vrijmetselaraar die de hoge waarde van de menselijke persoonlijkheid, de gelijkwaardigheid van alle mensen, ieders recht om te zoeken naar waarheid en ieders verantwoordelijkheid voor zijn doen en laten niet erkent, díe moet door de Grootonderzoeker gevraagd worden om een nadere toelichting! Want die kandidaat geeft inderdaad geen blijk zijn arbeid te verrichten in het licht van een hoog beginsel, toch?

PS: Lees zondag 30 november om 18.00 uur ook de blog: Vrij man van goede naam. 

Reactie plaatsen

Reacties

Albert Koeman
16 dagen geleden

In orde of in chaos geloven, wat maakt het uit? Chaos was de oergod dus de atheïst gelooft, ondanks zichzelf. En waarschijnlijk zou dominee Anderson “De Oude Plichten” graag herzien als hij opeens in het jaar 2025 verzeild zou raken en kennis had kunnen nemen van gedachten die na zijn tijd zijn geformuleerd. Het was tenslotte een tijd waarin ook de vrijzinnige zich conformeerde aan het ‘extra ecclesia nulla salus’. Rousseau, Darwin, Marx : wat zou de goede Broeder Anderson graag met behulp van deze werktuigen verder gebeiteld hebben

Troffel
15 dagen geleden

De discussie over 'Hoog Beginsel' gaat voorbij aan de 'Basic Principles for Grand Lodge Recognition' uit 1929 als toetsingskader voor 'Regulariteit'.

In de Basic Principles wordt als 'essentiële voorwaarde' genoemd dat de leden van een erkende Orde voldoen aan #2: belief in GOATU and his Revealed Will. Niks 'Hoog Beginsel', maar geloof in God en in Gods woord is verplicht om als Orde als 'regulier' erkend te worden.

Hans
12 dagen geleden

Maar het geloof in een opperwezen werd in 1917 al overboord gezet met de introductie van "een mens en de mensheid voortstuwende wereldorde"